Wereldreis | |||||
|
Lucia en Phillip de Graaff | ||||
HOME :: | |||||
|
|||||
|
Dit is toch niet het laatste verslag, het zou te groot worden. Ik ben ermee begonnen in het vliegtuig van Auckland naar Los Angeles dat na 3 uur vertraging eindelijk is opgestegen. Er was een probleem met de brandstofpomp. Ik eindigde het vorige verslag met te melden dat een van de meren gevormd is na een ontploffing die in China te horen was. Dat is dus Lake Taupo.
We reden door een bergachtig gebied door de wolken en zagen onderweg prachtige watervallen.
Dat bleek een goede beslissing te zijn geweest. Het was bij een meer. De oude kano waarmee het 20 jaar geleden ontdekt was, stonde daar tentoongesteld. Met een boot werden we naar de overkant gebracht om aan onze verkenningstocht te beginnen. Het leek wel een maanlandschap. Er waren hete zwavelhoudende meren, dampende, borrelende modderbronnen, geisers, warmwaterbronnen en een mooie grot. Beneden in de grot aangekomen zong ik de heilige Lucia toe terwijl ik op haar wachtte. In Rotorua aangekomen vonden we volgens Lucia een terminale camping. Daar wilde ik niet heen, maar toen ze nog eens keek, bleek het een thermale camping te zijn waar we toen gingen bivakkeren. ’s Avonds en ’s morgens lagen we lekker te sudderen in een thermaal bad van een graad of 40. De volgende dag bezochten we een groot park waar we behalve vulkanische activiteit ook Maori cultuur konden bewonderen. We zagen woningen, gemeenschapshuizen en mooie folkloristische dansen. De bijbehorende foto werd genomen toen er een liefdesliedje ten gehore werd gebracht. Daarna liepen we weer langs hete borrelende modderpoelen en warmwaterbronnen en niet lang daarna kwam er een spuitende geiser in zicht. Toen we naar de uitgang liepen, bewonderden we nog een paar kiwi’s die in het donker liepen te scharrelen en vlak voor we naar buiten liepen, zagen we nog een bootje. Het bleek echter een vogelval te zijn. In de bak werd een zoete vloeistof gedaan en om de bak heen zaten netten. Als de vogels dan op de zoetigheid af kwamen, raakten ze met hun kop in het net verstrikt en hadden de Maori’s weer wat te eten. De Maori’s zijn niet de oorspronkelijke bewoners van Nieuw Zeeland. Toen zij daar aan land kwamen, hebben ze de oorspronkelijke bewoners als slaven gebruikt en opgegeten. Op gegeven moment waren die uitgestorven. We besloten eerst naar de kust te rijden en te zwemmen met de dolfijnen en daarna naar de Waitomo caves te gaan. Toen we de dame op de rots gedag hadden gezwaaid, waren we in open zee met behoorlijk hoge golven. Gelukkig had ik pillen uit Australië ingenomen tegen zeeziekte. Ze werkten heel goed. Iemand anders werd nu eens zeeziek en niet ik. En dat terwijl het schip denderde in de golven. Het werd hoog opgetild en vervolgens weer neergekwakt. Het was een unicum; ik werd niet groen. Dezelfde dag nog gingen we naar Otorahanga waar de Waitomo grotten waren en boekten dezelfde avond nog een bezoekje. Dat was echt geweldig. Eerst zijn we als commando’s bijna 30 meter naar beneden gaan abseilen. Daarna waden door de stromende ondergrondse rivieren met grotkreeftjes, door grotten, sifons, nauwe gaten kruipen, langs stalagmieten en stalactieten. We hebben onderaards geraft en ons laten meedrijven met de stroom. Als we onze lampen uitdeden, was het pikdonker en kwam de beloning: duizenden glimwormen. Tenslotte moesten we langs een steile wand 25 meter weer naar boven klimmen. Het was fantastisch, een geweldige vijf uur durende ervaring. Als je de helmlampen aandeed, kon je op een lager stuk plafond de draden zien van de glimwormen. De foto ernaast geeft het beeld weer als je in het donker naar boven kijkt; een stuk hoger natuurlijk. Glimwormen zijn eigenlijk maden. Op de laatste foto’s staan we op een smal uitsteeksel en hangen we achterwaarts aan de veiligheidslijn voor de foto met meer dan 25 meter onder ons. Het was net muur klimmen, net zo steil maar dan op een echte rots. Op de foto’s erboven kun je de situatie enigszins inschatten. Op weg terug naar de camping zagen we een bord Angora konijnen scheren. |
|