Header image Marokko


Phillip de Graaff
  HOME ::
   
 
Marokko 3

 
       

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De koningssteden van Marokko 3
We zijn op weg naar Fès, de spirituele en culturele hoofdstad van het land.
We rijden langs Sale waar vroeger de mensen betaald werden met zout. Het woord voor zout is sale. Hier komt dus het woord salaris vandaan. Het was ook de stad waar de Salenese zeerovers huisden maar wat nu een slaapstad is. In deze stad die ook nog in handen is geweest van de Romeinen was de piraterij gelegaliseerd. Er waren zelfs nog Nederlanders bij betrokken: Jan Jansen in dienst bij Barbarossa, ook een Nederlander. Langs de weg zoeven we de vele kurkeiken voorbij en spotten we ook nog wat mimosa. Wij passeren een groep johannesbomen. De Arabische naam van deze boom is caroub en dat lijkt op karaat. Het vruchtje daarvan schijnt precies 0,2 gram te zijn. Omdat het makkelijk vergelijken was met goud gebruikten ze het vruchtje als maatstaf. Vandaar de naam karaat bij de waardebepaling van goud.


Maar eerst op naar Meknès, eens de hoofdstad en een van de koningssteden. We rijden door de donderdagpoort genoemd naar de dag waarop de verse producten in de stad werden aangevoerd. In de muren zie je gaten. Omdat de muren van leem waren, moesten ze heel vaak gerestaureerd worden. Voor dat werk werden de gaten gebruikt. Natuurlijk waren ze ook een toevluchtsoord voor vele vogels.

De Donderdagpoort

 

 

Meknès is één van de oudste steden, in de 9e eeuw gesticht door de Berbers. Zij kwamen daar vanwege de aanwezigheid van vruchtbare grond en water. Tijdens de rit zien we de sinaasappelbomen langs de weg staan, vol met vruchten en gingen door een poort in de muur die wel 6 meter dik was.

 

De 6m dikke toegangspoort

Dit alles is afkomstig uit de 17e eeuw. Koning Moulay Ismail heerste toen. Hij heeft veel gedaan om erkenning te krijgen wat voor hem moeilijk was omdat hij een donker gekleurde man was. Die werden in die tijd veel gebruikt als slaven. Hij was geen Berber maar een Alouïet en dat maakte het nog gecompliceerder. Om de Berbers voor zich te winnen trouwde hij met alle stammen en het gevolg was dat hij 500 vrouwen had en later 1200 kinderen. Hij stelde de Zwarte Garde aan, 3000 donkere professionele soldaten die voor de veiligheid zorgden. Verder liet hij wel drie muren optrekken.


Hij had ook graanschuren laten bouwen waarin voor 20 jaar graan kon worden opgeslagen. Naast de graanschuren lagen de paardenstallen. Deze stallen herbergden drie soorten paarden: de vurige Arabische volbloed maar fragiel, de rustige en sterke Berber volbloed en een kruising tussen die twee met de voordelen van beide rassen.

De verhoudingen in de graanschuur zijn goed te zien

Stallen


Verder waren er ook lange aquaducten aangelegd voor de watervoorziening waarvan er één geheim was; daar kon niet gemakkelijk mee geknoeid worden. Het water werd aangevoerd vanuit het Atlasgebergte.
Buitengaats lag de Spaanse Armada op de loer en dus zocht de koning ook nog bondgenootschappen met Engeland, Frankrijk en de Republiek Nederland. Michiel de Ruyter is hier nog geweest voor besprekingen. De koning vroeg zelfs nog de dochter van Lodewijk XIV ten huwelijk maar Lodewijk zag dit niet zo zitten voor zijn dochter als vrouw 501. Hij loste dit netjes op door te zeggen dat hij toestemming gaf als Moulay Ismail zich tot het christendom bekeerde.

 


De Franse Zonnekoning gaf Moulay Ismail nog twee mooie grote staande klokken cadeau die nu nog in het mausoleum staan en als twee schildwachten aan weerszijden van de kist van de koning staan opgesteld.

De twee staande klokken. Eén vrouw is hier ook begraven


Tijdens zijn regering is het een heel veilige tijd geweest maar toen hij stierf, had hij 500 troonopvolgers en was het lang onrustig. Om die onrust te voorkomen is tegenwoordig vastgelegd dat er maar één kind troonopvolger kan zijn.
Meknès werd verwoest door de grote aardbeving van Portugal in 1755. Een flinke tsunami zorgde voor de finishing touch. Er waren honderdduizenden doden.
We gingen op weg naar de moskee en het mausoleum waar Moulay Ismail is bijgezet.


Langs de Overwinningspoort die de toegangspoort was tot het paleis, liepen we over het grote marktplein van het historische centrum.

                                         De Overwinningspoort

Het grote marktplein waar straatartiesten optraden

Daar traden vroeger de straatartiesten op. Vanaf het plein liepen we door de straatjes van de markt en eindigden in het restaurant waar die dag geluncht zou worden. Het was een prachtige wandeling.


De ingang van het mausoleum

De zonnewijzer op de binnenplaats loopt een half uur achter

Een impressie van de markt.


Dadels, vijgen en andere etenswaren

Kleine oven


Een van de grotere winkels


Kruiden

Matrassen stikken


Heel veel lekkernijen uitgestald


Nougat hakken


Hier is iets uitgeperst

Geschriften en mozaïeken


Prachtige kleding en mooie stoffen


Het begin van de souk op het plein


De kleding heeft geen bijzonder betekenis. Je ziet vaak mensen zomaar op straat zitten. Het is geen bedelaar.

 


´s Middags bezochten we de ruïnes van de oude Romeinse stad Volubilis waar je uitkeek op het eerste Arabische dorp ooit daar gebouwd. Uit de verte leek het net een slapende dromedaris.

 

In dit atrium kon je zo met de zon meedraaien

De oude Romeinse stad Volubilis

Het dorp lijkt zo net op een slapende dromedaris

Prachtige mozaïeken

Goed bewaard

 

Ik kon hem weer zien!

Rare jongens, die Romeinen