Jordanië | |||||
|
Lucia en Phillip de Graaff | ||||
HOME :: | |||||
|
|||||
|
In de grote donkere bedoeïenentent zaten we bij de warme kachel gezellig wat te drinken toen er een trommel in de rondte ging. Al snel werd er getrommeld en zongen we met zijn allen wat vrolijke liedjes.
Het was tijd voor het avondeten. Men liet ons zien hoe het eten in een ton in de grond werd klaargemaakt. Daarna stonden we in de rij bij de tafel met buffet en lieten het ons heerlijk smaken. Toen nog wat gezellig keuvelen en wat drinken en ineens barstte het los. De muzikanten waren binnengekomen en begonnen te spelen en te zingen. Een van de bedoeïenenmannen kwam meteen op Joy af. Hij ging met haar dansen en Joy speelde het spel goed mee. Zij is een blonde Hollandse schone van 19 jaar oud en de mannen kickten daar wel op. Er zijn heel wat kamelen voor haar geboden. Sommige mensen van onze groep hadden een wijntje op, net genoeg om de schroom te overwinnen en in no time stond de vloer vol dansende mensen.
Toen was het bedtijd. Even in de buitenlucht tandenpoetsen en naar de tent. De zware kameelharen kleden stonken drie uur tegen de wind in maar toch maar naar binnen. Hoe moest het licht aan? Ria, onze buurvrouw bracht licht in de duisternis. Nu wisten we het lichtknopje te vinden. Toen onder de wol. Nou ja, wol! Een kameelharen dekbed met zebra opdruk. Ik werd platgedrukt onder de zebra’s en kon me meteen niet meer bewegen. In mijn slaap omdraaien was er niet bij. Als ik wilde omdraaien zou ik wakker moeten worden om met veel geweld dat dekbed op te tillen en om te draaien. Een ton woog dat ding maar het was wel lekker warm. Lucia lag nog te puzzelen met een zaklantaarn erbij. Opeens hoorde ik Lucia zeggen: “Wat moet je bovenop me. Wat ziet je aan mij te wriemelen?”. Ik dacht dat ik nog niet geslapen had en dat we net in bed lagen en ik zei tegen haar dat het de buurvrouw wel zou zijn die tegen het doek stootte. “Ga maar weer rustig slapen” en ik draaide me om. Wat was er echter aan de hand! Marianne, die met Ria in een tent sliep, was wezen plassen. Toen ze terugkwam riep ze naar Ria of dit de goede tent was. Nu zijn het tenten dus als je vlakbij staat, lijkt het wel te kloppen en Ria bevestigde dat ze voor de goede tent stond. Marianne liep dus onze tent in en kroop bij Lucia in bed. Maar ja, daar lag Lucia. Wat was dat nu? Even over die bobbels voelen wat daar nu ligt! En toen werd Lucia wakker en vroeg wat ik bovenop haar deed. Wij hadden dus al geslapen en zij werd daar wakker van en ik van haar. Marianne ging snel haar eigen tent in. Nu ik dit schrijf, besef ik ineens dat er ook een man met kwade bedoelingen op haar had kunnen gaan liggen. En ik maar doorslapen!
Na het snorkelen haastten we ons naar Kerak. Daar manoeuvreerde de bus door smalle straatjes waar auto’s in de weg stonden waardoor de bus soms achteruit moest om de bocht te kunnen nemen. Maar het lukte de chauffeur om bij het kasteel te komen. Toen we bij (de ruïne van) het kasteel in Kerak aankwamen, hadden we maar iets meer dan een half uur de tijd om het te bezichtigen. Het was eigenlijk al gesloten maar speciaal voor ons werd het nog open gehouden.
In de bus vertelde Fayiz, onze gids nog over Lot en zijn vrouw die Sodom en Gomorra ontvluchtten waarbij de vrouw van Lot niet mocht omkijken en het toch deed waarna ze in een zoutpilaar veranderde. Zijn verhaal ging echter over in gebrabbel en gemompel wat niet te verstaan was. Ook begon hij met: “She can …….”, en verder hoorden we niets meer. Ik moest lachen en liet het maar zo. Onderweg naar Amman stopten we nog bij een restaurant en Jacques , een van de reizigers, stelde voor om daar een hapje te eten opdat we ons niet hoefden te haasten naar het hotel. En zo geschiedde het. In de bus werd Fayiz nog hartelijk bedankt voor zijn diensten en even later arriveerden we bij het hotel om daar één nacht te verblijven alvorens naar Nederland te vertrekken. Nou ja, één nacht. Om vier uur moesten we alweer opstaan. In het hotel aangekomen kregen we onze kamers toebedeeld. Ik kwam de kamer binnen en Lucia leidde me rond. Een kamer met twee bedden, een bureau met stoel, een bank en twee fauteuils om een salontafel heen. Dan rechtsaf door een gangetje met links de badkamer en aan het einde een prachtige kamer met balkon, een salontafel, een bureau met stoel, een plateau om je koffer op te zetten en een kingsize tweepersoonsbed en prachtig gestoffeerd. Trots lieten we iedereen “onze hotelkamer” bewonderen. Dat hadden we op de heenweg moeten hebben! Voordat we gingen slapen dronken we nog wat met enkele van onze groepsreizigers, een lekker Zuid-Afrikaans wijntje. Daar hoorde ik dat Corrie, een van de leden van de groep, al 75 jaar was. Hele einden heeft ze gelopen over fikse heuvels en lastige paden. Wow, ik hoop dat ik dat ook nog kan als ik die leeftijd heb bereikt. Wij stapten in ons kingsize bed en vielen in slaap om door de telefoon in de andere kamer gewekt te worden. Kwart over vier! Schrik!!!!!!!
Gelukkig waren de koffers en rugtassen al gepakt en hoefden we alleen maar te douchen en aan te kleden. Maar ja, het was toch haasten. Ik wilde mijn rechtercontactlens in doen, maar die viel op de grond. Even zoeken en weer in de vloeistof om schoon te maken. Dan maar de linker indoen. Toen de andere contactlens weer pakken. Nergens te vinden natuurlijk. Ik bekeek het doosje aan alle kanten en op wonderlijke wijze zat het ding ergens midden op mijn vinger. Nu de contactlens weer indoen. Hup, in mijn linkeroog.
Wat een zicht, ik zag niets, noch met links, noch met rechts. Het bleek dat ik twee lenzen op elkaar had gedaan. Eén lens er weer uit en in het juiste oog gedaan en ik zag de wereld weer in de juiste proporties. Snel de koffers op de gang en naar het ontbijt.
|
|