Header image Jordanië


Lucia en Phillip de Graaff
  HOME ::
   
 
Jordanië 6

 
       

 

 

In de grote donkere bedoeïenentent zaten we bij de warme kachel gezellig wat te drinken toen er een trommel in de rondte ging. Al snel werd er getrommeld en zongen we met zijn allen wat vrolijke liedjes.

j6 Dat werkte blijkbaar wat aanstekelijk want een van de bedoeïenen vroeg de trommel, ging trommelen en zong daarbij wat Arabische woorden die wij telkens na moesten zingen. Op gegeven moment zong hij in het Arabisch: “Fayiz is een habibi”. Natuurlijk zongen we dat vrolijk na. Daarna kwam er een tekst die ik hier niet kan opschrijven. Zij moesten heel hard lachen en hadden niet in de gaten dat ik de schunnige tekst had verstaan.

Het was tijd voor het avondeten.

j6
j6
j6

Men liet ons zien hoe het eten in een ton in de grond werd klaargemaakt. Daarna stonden we in de rij bij de tafel met buffet en lieten het ons heerlijk smaken. Toen nog wat gezellig keuvelen en wat drinken en ineens barstte het los. De muzikanten waren binnengekomen en begonnen te spelen en te zingen. Een van de bedoeïenenmannen kwam meteen op Joy af. Hij ging met haar dansen en Joy speelde het spel goed mee. Zij is een blonde Hollandse schone van 19 jaar oud en de mannen kickten daar wel op. Er zijn heel wat kamelen voor haar geboden. Sommige mensen van onze groep hadden een wijntje op, net genoeg om de schroom te overwinnen en in no time stond de vloer vol dansende mensen.

Na een korte pauze bleef het wat stil op de vloer en werd ik door Corine de dansvloer opgestuurd om met Erika te dansen. Ik maakte er meer een multiculturele klompendans van met mijn bevallige lichaam en ik werd toegelachen door de menigte. Het kan ook zijn dat ik uitgelachen werd. Maar blijkbaar werkt het aanstekelijk want even later stond de vloer weer vol.
j6

Toen was het bedtijd. Even in de buitenlucht tandenpoetsen en naar de tent. De zware kameelharen kleden stonken drie uur tegen de wind in maar toch maar naar binnen. Hoe moest het licht aan? Ria, onze buurvrouw bracht licht in de duisternis. Nu wisten we het lichtknopje te vinden. Toen onder de wol. Nou ja, wol! Een kameelharen dekbed met zebra opdruk. Ik werd platgedrukt onder de zebra’s en kon me meteen niet meer bewegen. In mijn slaap omdraaien was er niet bij. Als ik wilde omdraaien zou ik wakker moeten worden om met veel geweld dat dekbed op te tillen en om te draaien. Een ton woog dat ding maar het was wel lekker warm. Lucia lag nog te puzzelen met een zaklantaarn erbij.

Opeens hoorde ik Lucia zeggen: “Wat moet je bovenop me. Wat ziet je aan mij te wriemelen?”. Ik dacht dat ik nog niet geslapen had en dat we net in bed lagen en ik zei tegen haar dat het de buurvrouw wel zou zijn die tegen het doek stootte. “Ga maar weer rustig slapen” en ik draaide me om.

Wat was er echter aan de hand! Marianne, die met Ria in een tent sliep, was wezen plassen. Toen ze terugkwam riep ze naar Ria of dit de goede tent was. Nu zijn het tenten dus als je vlakbij staat, lijkt het wel te kloppen en Ria bevestigde dat ze voor de goede tent stond. Marianne liep dus onze tent in en kroop bij Lucia in bed. Maar ja, daar lag Lucia. Wat was dat nu? Even over die bobbels voelen wat daar nu ligt! En toen werd Lucia wakker en vroeg wat ik bovenop haar deed. Wij hadden dus al geslapen en zij werd daar wakker van en ik van haar. Marianne ging snel haar eigen tent in.
“Wow”, dacht ik naderhand, “jammer dat ik in het verkeerde bed lag!”

Nu ik dit schrijf, besef ik ineens dat er ook een man met kwade bedoelingen op haar had kunnen gaan liggen. En ik maar doorslapen!

j6
Het was zeven uur, tijd om op te staan. Prachtig weer. Net als vroeger bij het kanperen wassen en scheren in de buitenlucht bij een klein fonteintje. Ik kon ook douchen in een douchecabine die tegen de rotswand was aangebouwd, maar ik had niet zoveel vertrouwen in de temperatuur van het douchewater, dus dan maar gewoon wassen.
j6
De mensen die kameel waren gaan rijden waren inmiddels terug en we gingen ontbijten. Af en toe hoorde je het gebrul van een kameel.
j6
j6
Na wat foto’s te hebben genomen van het kamp en een paar kamelen (Lucia kon het niet laten er een te zoenen, ze dacht natuurlijk aan mij), stapten we in de bus.
j6
We werden uitgezwaaid door de bedoeïenen en vertrokken richting Kerak. Onderweg zagen we de trein nog door de woestijn rijden.
“Die is alleen maar voor transport”, zei Fayiz. Dat wisten we ook wel, dat lijkt me logisch. Hij bedoelde echter voor goederentransport en niet voor personenvervoer.
j6
j6
In Aqaba zouden we gaan barbecueën op een boot en snorkelen in een uitloper van de Rode Zee, de Golf van Aqaba. Eerst gingen we even pinnen. Erika ging eerst, tikte de verkeerde pincode in en was haar pasje meteen kwijt. Na een telefoontje naar Nederland  werd die natuurlijk meteen geblokkeerd.

Na het snorkelen haastten we ons naar Kerak. Daar  manoeuvreerde de bus door smalle straatjes waar auto’s in de weg stonden waardoor de bus soms achteruit moest om de bocht te kunnen nemen. Maar het lukte de chauffeur om bij het kasteel te komen. Toen we bij (de ruïne van) het kasteel in Kerak aankwamen, hadden we maar iets meer dan een half uur de tijd om het te bezichtigen. Het was eigenlijk al gesloten maar speciaal voor ons werd het nog open gehouden.

Het is een kruisvaarders kasteel uit 1148 AD en er werd daar op dat moment geregeerd door Saladin. Toen de kruisvaarders kwamen, sloot hij de rivier de Jordaan af met een dam. De kruisvaarders zaten toen zonder water. Ze hielden het drie weken vol en moesten door een tekort aan water afdruipen. Daarna is het kasteel nog in bezit geweest van de Mammaluks die er een deel hebben aangebouwd. Van de zeven verdiepingen daarboven is er nog maar een over. Vanaf de hoogste verdieping kijk je uit op de Dode Zee, die nu in nevelen gehuld was. ’s Avonds kun je de lichtjes van Jeruzalem zien.
j6
j6
Voor het kasteel staat een kanon, maar toen die in zwang kwamen na de uitvinding van het buskruit hadden kastelen weinig zin meer en werden over het algemeen verlaten. Het kasteel is nooit veroverd geweest.
j6
Het kasteel ligt strategisch en heel hoog en is heel goed te verdedigen. De kijk- en schietgaten zijn nog in groten getale aanwezig.We liepen door een gang met daarnaast slaapkamers en aan de andere kant een vergaderzaal.
j6
In de gang zag je goten lopen waardoor regenwater naar de verzamelbekkens werden geleid. Als het regende, viel het hemelwater in de bovenkamers waar geen dak op zat. Dat eerste water was vies en werd afgevoerd. Zodra het schoon was, liep het door de goten naar de verzamelbekkens.We liepen ook nog langs een 70 meter diepe waterput. Als je er een steen in gooide, hoorde je hem plonzen.
j6
In de muur zie je de goten
j6
Deze waterput is wel 70 m diep

In de bus vertelde Fayiz, onze gids nog over Lot en zijn vrouw die Sodom en Gomorra ontvluchtten waarbij de vrouw van Lot niet mocht omkijken en het toch deed waarna ze in een zoutpilaar veranderde. Zijn verhaal ging echter over in gebrabbel en gemompel wat niet te verstaan was. Ook begon hij met: “She can …….”, en verder hoorden we niets meer. Ik moest lachen en liet het maar zo.

Onderweg naar Amman  stopten we nog bij een restaurant en Jacques , een van de reizigers, stelde voor om daar een hapje te eten opdat we ons niet hoefden te haasten naar het hotel. En zo geschiedde het. In de bus werd Fayiz nog hartelijk bedankt voor zijn diensten en even later arriveerden we bij het hotel om daar één nacht te verblijven alvorens naar Nederland te vertrekken. Nou ja, één nacht. Om vier uur moesten we alweer opstaan. In het hotel aangekomen kregen we onze kamers toebedeeld. Ik kwam de kamer binnen en Lucia leidde me rond. Een kamer met twee bedden, een bureau met stoel, een bank en twee fauteuils om een salontafel heen. Dan rechtsaf door een gangetje met links de badkamer en aan het einde een prachtige kamer met balkon, een salontafel, een bureau met stoel, een plateau om je koffer op te zetten en een kingsize tweepersoonsbed en prachtig gestoffeerd. Trots lieten we iedereen “onze hotelkamer” bewonderen. Dat hadden we op de heenweg moeten hebben! Voordat we gingen slapen dronken we nog wat met enkele van onze groepsreizigers, een lekker Zuid-Afrikaans wijntje. Daar hoorde ik dat Corrie, een van de leden van de groep, al 75 jaar was. Hele einden heeft ze gelopen over fikse heuvels en lastige paden. Wow, ik hoop dat ik dat ook nog kan als ik die leeftijd heb bereikt.

Wij stapten in ons kingsize bed en vielen in slaap om door de telefoon in de andere kamer gewekt te worden. Kwart over vier! Schrik!!!!!!! Gelukkig waren de koffers en rugtassen al gepakt en hoefden we alleen maar te douchen en aan te kleden. Maar ja, het was toch haasten. Ik wilde mijn rechtercontactlens in doen, maar die viel op de grond. Even zoeken en weer in de vloeistof om schoon te maken. Dan maar de linker indoen. Toen de andere contactlens weer pakken. Nergens te vinden natuurlijk. Ik bekeek het doosje aan alle kanten en op wonderlijke wijze zat het ding ergens midden op mijn vinger. Nu de contactlens weer indoen. Hup, in mijn linkeroog. Wat een zicht, ik zag niets, noch met links, noch met rechts. Het bleek dat ik twee lenzen op elkaar had gedaan. Eén lens er weer uit en in het juiste oog gedaan en ik zag de wereld weer in de juiste proporties. Snel de koffers op de gang en naar het ontbijt.

Ik zag dat buiten de koffers al gelabeld werden en dat je de tickets al kon krijgen. Dat eerst maar even doen en toen naar de ontbijtruimte om daar wat koffie, een sapje en een broodje te scoren. Even na vijven vertrokken we met de bus en op het vliegveld aangekomen konden we meteen de koffers kwijt en doorlopen.

Nu zitten we in het vliegtuig onderweg naar Amsterdam waar we tegen twaalven zullen aankomen en dan om een uur of twee het huis zullen binnenstappen. De vakantie zit er weer op, een leuke en interessante week met een gezellige groep mensen. Straks maar eens een volgende reis plannen. Maar eerst nog even nagenieten van deze trip met onze onvergelijkelijke Fayiz.
j6