Header image Java en Bali


Lucia en Phillip de Graaff
  HOME ::
   
 
Java en Bali 4

 
       

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De zonsopgang bij de Bromovulkaan was heel mooi. Er was jammer genoeg iets te veel bewolking waardoor we de rode bal niet zagen, maar mooi was het.

Na zonsopgang liepen we van het plateau de trap af naar beneden en zagen Surabaya liggen in de ochtendschemering. We namen wat ontbijt uit de meegebrachte ontbijtboxen en dronken wat Balinese koffie. Balinese koffie is koffie met een laag drab erin. Als je melk en/of suiker hebt toegevoegd en geroerd moet je even wachten tot de drab gezakt is.
Het is niet het einde. Als we ergens een cappuccino namen, wilden we dan ook altijd Italiaanse koffie als dat voorhanden was.

Na het ontbijt stapten we weer in het busje en die bracht ons langs een steile weg vol met gaten naar de asvlakte bij de vulkaan. We moesten daar eerst een paar kilometer over de vlakke asvlakte lopen. Gelukkig was de as wat vochtig zodat het goed telopen was. En toen begon het heuvelachtig te worden.
We hadden ook een paard kunnen huren maar ach dat arme paard met mijn gewicht.
Voor Lucia is klimmen zwaar, maar ze liet zich niet kennen. Lopen en niet te paard.
Eindelijk kwamen we aan bij een steile trap van 254 treden die tot boven aan de krater leidde. Bovenaan de trap stond een groep Japanners Lucia toe te juichen naarmate ze vorderde en toen ze boven was kreeg ze een warm onthaal van deze groep met veel gejuich en applaus.
Tja en dan in de krater kijken. Er is geen kratermeer omdat de grond niet dicht is; er komt een rookwolk uit. Als er dan regenwater in valt, loopt het meteen de gaten in en verdampt het. Natuurlijk lieten we een foto van onszelf nemen op dit heroïsche punt.

jb4jb4jb4jb4jb4jb4

Toen weer naar beneden. Eerst de trap af en vervolgens door het landschap terug zoals je dit op de laatste foto hierboven ziet. Natuurlijk namen we nog wel wat vulkanisch gesteente mee voor de kiddies.

Terug in Malang fristen we ons eerst even op en namen een duik in het zwembad.
Wat andere leden van het gezelschap kwamen erbij zitten en met een hapje en een drankje brachten we gezellig de tijd door.

Een mail sturen kostte in het hotel omgerekend €3,50. Ik moest even een foto van Lucia mailen maar dat was een beetje te veel van het goede. Dus wij vroegen waar we een internetcafé konden vinden. Dat werd ons uitgelegd en wij togen er naartoe.
Toen we rechtsaf gegaan waren, stonden we voor een Y-splitsing. Vervolgens vroegen aan een agent waar we een internetcafé konden vinden maar hij stond ons verbijsterd aan te kijken. Toen zeiden we het woord internet en dat begreep hij en wees ons de weg.
Vlak voor het internetcafé zat een groep jongeren zich te verpozen. Een ervan had een gitaar. Enthousiast vroegen  wij of ze wat wilden spelen en zingen. Maar het gitaarspel was daarvoor niet toereikend. Ik vroeg de jonge knaap mij even de gitaar te geven wat hij ook deed. Even controleren of hij goed gestemd was. Dat was hij maar evengoed klonk dat ding als een stuk jammerhout. Ik zei dat ik een westers liedje voor ze ging zingen. Ik begon te spelen en te zingen en ze werden helemaal enthousiast. Er kwamen steeds meer mensen bij, het leek wel een volksoploop. Na afloop werden we geestdriftig uitgezwaaid en traden het internetcafé binnen.

Inmiddels waren we miljonair af en we besloten te gaan pinnen. We kwamen bij een ziekenhuis waar heel veel mensen op hun beurt zaten te wachten. Hier en daar waren ze zelfs aan het koken. Als je daar pint en het geld komt tevoorschijn hoor je een tuterend geluid. Dat hoor je echter ook buiten het hokje. Toen wij weer naar buiten liepen, stond er een man op, pakte zijn spullen bij elkaar en ging ons achtervolgen. Het was een drukke straat en al ben je niet bang, toch loopt het niet lekker. We liepen terug naar het hotel om een en ander in de kluis te doen en met wat geld los in de zak liepen we weer naar buiten. Zo heb je tenminste de handen vrij. Maar hij was al weg. Inmiddels waren wij Willem en Jantje tegengekomen, twee van onze medereizigers en zij wilden ook naar het winkelcentrum.

Wij besloten gezamenlijk een taxibusje te nemen. Na wat geshopt en gegeten te hebben, namen we een taxibusje terug naar het hotel. We wisten dat het ritje 10.000 roepia’s moest kosten en we gaven dat ook. Hij begon me daar een partij te schreeuwen; hij wilde 50.000 roepia’s hebben. Iemand van de bewaking zei dat we hem wel 5000 van die dingen extra konden geven omdat hij ons tot de deur had gebracht. Hij bleef schreeuwen en liep zelfs de lobby in wat heel vreemd is want de bewaking behoort hem niet door te laten. Willem gaf hem nog 5000 roepia’s zodat hij nu deprijs had gekregen die je voor een metertaxi zou hebben betaald. Hij bleef echter doorgaan. Ik zei dat hij zo meer dan genoeg gekregen had en trok de anderen mee. “Fuck you”, schreeuwde hij in de lobby van het hotel tegen mij. Ik deed een paar passen in zijn richting en riep terug: “Als je het maar zelf doet”. Daarna verdween hij. Zijn geschreeuw had weinig indruk gemaakt. Hij had natuurlijk gedacht dat hij 50.000 roepia’s zou krijgen als hij zo bleef schreeuwen.
Nu is dat nog niet zo veel,  1000 roepia’s is zo’n 7 tot 7,5 eurocent.

’s Avonds aten we in het hotel met 6 man van de groep. Er werd muziek gemaakt en het was heel gezellig. Er bleek toch een free hotspot in  het hotel te zijn in het restaurant, dus toen iedereen naar zijn kamer ging, bleef ik nog even om de mail binnen te halen. Ondertussen werd het steeds gezelliger. Het bleek een live karaoke avond te zijn. Met live bedoel ik dat de man van de muziek deels op zijn synthesizer speelde. Natuurlijk was er ook voorgeprogrammeerd. Soms was het niet om aan te horen, maar sommige mensen brachten best iets leuks ten gehore.
jb4jb4

Toen we de volgende dag onderweg waren naar onze laatste stopplaats op Java stopten we nog om een paar boeren te fotograferen die net met hun buffels een rijstakker aan het omploegen waren.

jb4jb4jb4

Onderweg zagen we nog een loods waar tabak voor sigaren werd gedroogd. We moesten nog even stoppen voor een spoorwegovergang en daar stond een bromfiets of motor te wachten met een enorme lading achterop en even later fietsten ze langs met een ledikant op hun fiets geladen.

Het was een prachtige weg, door Nederland aangelegd, dwars door de jungle. Hele stukken langs de weg waren bebouwd met bouwsels maar het was hoofdzakelijk lintbebouwing want daarachter was alleen oerwoud met uitzondering van een enkele akker.
jb4jb4jb4

Bij de kronkelweg in de heuvels zaten veel bedelaars. Sommigen regelden zogenaamd het verkeer.. Ik had al eerder gezegd dat men daar niet agressief rijdt en dat is maar goed ook. Het zijn bijna allemaal tweebaanswegen en er wordt ook ingehaald. In Nederland zouden al de grootste ongelukken zijn gebeurd, maar hier krijgt iedereen rustig de kans om weer op zijn weghelft te komen.

In het laatste dorp waar we zouden overnachten waren veel winkels die metalen bussen, potten en pannen verkochten, allemaal gemaakt van gerecycled materiaal.
We gingen op weg naar “Het Schone Streven”. Zie internet hiervoor. Daar werden we verwelkomd door een stel weeskinderen die daar opgroeien onder de hoede van een ingenieur. Zij heeft daar grote stukken grond waar van alles verbouwd wordt.
We kregen allemaal een corsage opgespeld en kregen toen een hand van een of meer kinderen en werden begeleid naar de overdekte verzamelplaats.

jb4jb4jb4

Daar kregen we alvast een uitleg over de verschillende producten die daar verbouwd werden en hoe een en ander er uit zag.

jb4jb4jb4

Nadat we een Javaanse hoed hadden opgezet vertrokken voor de rondleiding.
Daarbij werd verteld en gedemonstreerd over vanillestokjes, koffie, banaan, rijst, kaneel, kokosnoot, foelie, cacao, lychees en vele andere dingen. Daarbij liepen we een fantastisch mooie route.
Op de foto hieronder probeert Lucia een lychee open te maken.

jb4jb4jb4jb4

De hele boel daar was een grote planten- en bloemen weelde. Hoe ze er in hemelsnaam ooit achter gekomen zijn waar je de bladeren moet plukken opdat ze vanzelf tot een vanillestokje gaan krullen is mij een raadsel.
Peperkorrels worden geplukt en gedroogd. Door de bewerking na het plukken wordt het zwarte of witte peper. Het komt van dezelfde peperkorrel.

jb4jb4jb4

jb4jb4jb4jb4

jb4 jb4jb4jb4jb4

En toen was het koffiedrinken, taart eten, zingen, dansen en kijken hoe ze mooie figuren en bloemstukken maakten. De aanwezige dames kregen een prachtig bloemstuk.

jb4jb4jb4

jb4jb4jb4jb4

Daarna was er nog gelegenheid om wat te kopen om het weeshuis te steunen, waarna we door de kinderen naar de bus werden uitgeleid. Vooraf had ik eigenlijk niet zoveel zin om mee te gaan, maar ik was blij dat ik mee moest. Het was een geweldige belevenis.
Voor het eerst van mijn leven zag ik een uitgetrokken pindaplant en hoe dat in de grond groeit. Het is ook eigenlijk een aardnoot. Hij groeide gewoon in de berm. Overal waar je hier kijkt, is voedsel.

jb4jb4jb4

We zaten in een prachtig gelegen hotel zonder airco, maar dat was geen probleem; die hebben we toch nooit aan. De volgende ochtend was het weer vroeg opstaan . De hele reis tot nu toe was opstaan tussen 5 en 6 uur ’s morgens.

In een 2 uur durende rit reden we naar de boot. In de verte zagen we Bali al liggen. We reden de boot op en wachtten geduldig tot we aan de overkant waren. We werden verwelkomd door een prachtige boog en even later door een aap die plotseling de weg overstak en schichtig naar ons opkeek.

Tot nu toe was de warmte goed uit te houden en was afgewisseld oor regenbuien, het was tenslotte regentijd. Hier was de hemel blauw en het was bloedheet. De zonnebrand zou goed van pas komen. Het laatste deel van onze vakantie was begonnen. We waren op Bali.

Bali, 27 januari 2010.